Wednesday, April 1, 2009

ZanziDar-verhaaltjes

Enkele van onze belevenissen in Zanzibar en Dar Es Salaam:


Ik was nog helemaal euforisch over het feit dat we net op vakántie vertrokken waren, en vond alles ongelooflijk-fantastisch-geweldig-super-en-wat-nog... Zo ook de Kenya Airways kussentjes. Dus werden ze ijverig op foto vastgelegd. Maar omdat we er zo enthousiast over waren, mochten we ze van de Stewardess gewoonweg houden – de sloop weliswaar, niet het kussentje. Geen idee wat ik ermee ga doen, maar ik vond het toch supercool van haar dat we ze mee mochten nemen!



Deze mannen zaten schijnbaar aimlessly wat gaten te kappen in de tarmac van Nairobi Airport. Geen idee wat de bedoeling was, en ik ben niet zeker of zij het nut ervan inzagen, maar gaten kappen deden ze.



Eveline – de VDOS Junior Assistant in Dar Es Salaam die zo gastvrij was om ons te ontvangen en voor ons te zorgen (dankjewel, Eveline!) – had speciaal voor ons een taxi naar de luchthaven gestuurd om ons te komen ophalen. Ze had ons verteld dat we hem aan het een bordje met Els en Miguel zouden kunnen herkennen. We lieten de arme man nog heel wat wachten omdat het aanschuiven voor een visa niet bepaald in logische volgorde verliep. Bij het buitenkomen waren we vasbesloten een foto te nemen van de man met het plaatje (er staat immers niet elke dag iemand met een bordje je op te wachten), dus we hadden afgesproken om hem “niet te herkennen” eerdat we een foto hadden genomen. Ik weet niet hoe overtuigend Miguel was, maar mijn toneelspeelkunsten lieten duidelijk te wensen over. Maar de foto, die hadden toch maar genomen.



Een Masai in traditionele kledij. Ik bleef me er de hele reis over verbazen, dat ze in het moderne Dar Es Salaam of in Zanzibar niet alleen met hun traditionele kledij, maar ook met speren, kapsels en coole juwelen rondlopen. Doen ze dat omdat ze nog zozeer verbonden zijn met hun cultuur, of is het eerder vanuit toeristische motieven?



Oh, het openbaar vervoer in Dar Es Salaam! Miguel en ik konden onze ogen niet geloven. Op elk busje stond aangegeven tussen welke 2 plaatsen – én via welke andere plaatsen – het pendelde; en zelfs de prijzen waren aangegeven. Dus geen uit het busje hangende conductors die roepen waar de taxi naartoe gaat, en geen aan je buurman vragen hoeveel deze rit zal kosten (in Kampala kost een taxi-busje-rit van waar ik woon tot in de stad tussen 500 en 700 shillings, afhankelijk van de chauffeur en de conducteur). De busjes gaan ook niet allemaal naar één centraal punt, maar er is een heus netwerk (in Kampala is het min of meer zo dat je taxi ofwel naar het taxipark gaat, ofwel ervan terugkomt).



Het kleine bootje links op de voorgrond is een ‘pendelbootje’, waarmee mensen en dingen naar en van de boot gebracht kunnen worden. Oorspronkelijk stonden ze met z’n 4en in het bootje, maar natuurlijk wordt het nogal moeilijk om het van het strand afgeduwd te krijgen als iedereen ín het bootje gaat staan. Uiteindelijk bereikten er maar 2 personen de boot in droge toestand – maar ach, wat maakt het uit als het toch véél te warm is in de zon?!



Een erg chic hotel waar we wat gingen afkoelen met een drankje en een slaatje. Helaas brak nét voor het hotel mijn slipper (het tussen-je-tenen-dingetje kwam los van de zool), waardoor ik op één blote voet het luxehotel binnenwandelde. Niet helemaal in stijl dus, maar het was een zodanig chic hotel dat niemand er iets van zei :)



En toen was er gelukkig de schoenmaker...



Stone Town, de hoofdstad van Zanzibar, is erg gezellig en romantisch en zalig autovrij op de meeste plaatsen; en je kan er heerlijk verloren lopen zonder ooit verloren te zijn aangezien het historische centrum redelijk mini-de-mini is. Het ademt geschiedenis, alleen is die geschiedenis op véél plaatsen behoorlijk vervallen. Maar – zeker onder invloed van het toerisme – kent het momenteel een heropleving, met renovaties langs alle kanten. Over enkele jaren ziet Stone Town er waarschijnlijk heel wat anders uit.




Met zonsop-en ondergangen werden we op onze vakantie om de oren geslagen, maar ze blijven adembenemend...



Een zalig marktplaatsje dat ’s avonds opengaat en alle soorten vis op een stokje verkoopt. We genoten van onder andere van merlijn, haai, reuzengarnalen, calamares en red sniper bij kokosnoot- en sesamzaadbrood. Mmmmh...




Italiaans geweld en bijna-alles-bedekte moslimvrouwen, je komt het allemaal tegen in de straten van Stone Town.



Reuzegrote spinnen zaten er in de grot waar vroeger de slaven gehouden werden nadat de slavernij officieel maar nog niet in de praktijk was afgeschaft. Hun lijf was zo groot als je hand, vertelde de gids ons. In de donkere grot was het echter moeilijk schaduw van echt te onderscheiden; het exemplaar dat wij vonden leek met z’n gigantische voelsprieten eerst een van die grote griezels te zijn, maar was bij nader inzien (en cameraflash) toch niet zo heel imponerend.




De dalladalla waarmee wij het eiland doorkruisten naar onze beach resort. De verhalen zijn afwijkend, maar dalladalla moet afgeleid zijn van wat de conductors vroeger riepen om aan te duiden hoeveel er betaald moest worden. Hoewel een beetje krap soms, was de rit best aangenaam; zeker omdat er zoveel aandacht was besteed aan de interieurdecoratie.



In the middle of nowhere; dat is waar de tweede dalladallachauffeur ons afzette. Met de eerste hadden we de afslag naar onze bungalows gemist, dus werd een dalladalla in de andere richting tegengehouden. Elk bordje (aanduiding van een resort) werd nauwkeurig bekeken, totdat de Evergreen Bungalows gespot werden. Enkel het bordje gaf een indicatie dat we wel degelijk op de juiste plaats waren.






Bij laag tij leek de zee wel kilometers ver. Wat bleef, was wit zand waar je enkeldiep in wegzakte, plassen die te heet waren om doorheen te waden, groene zeeplanten met bizarre beesten, en de lokale bevolking die de hitte trotseerde op zoek naar aas.




Het bovenste deel van deze bungalow was onze “Honeymoon suite” :) Ze hadden echt wel hun best gedaan om het zo romantisch mogelijk te maken... Het was haast jammer dat Miguel en ik geen koppeltje waren ;)



Zó blauw dat de zee was. Je moet het gezien hebben om te geloven. Wij snorkelden en zagen prachtige koralen in alle mogelijke vormen, kleurige visjes en deinden mee met het tij. Helaas was het water ook vol vol vol overvol met minikwalletjes, die weliswaar niet prikten, maar wél na een tijd zo een walging bij mij opwekten dat ik alleen maar zo snel mogelijk naar de boot kon zwemmen om toch maar uit het water te zijn.



Na de vloed werd het strand terug minutieus geharkt om al het zeewier te verwijderen (= een beetje verderop terug in het water te gooien :)




“Het mysterie van de bewegende schelp”: Miguel had een mooie schelp gevonden, maar hij bleef maar niet op het tafeltje liggen. Elke keer we terug in de kamer kwamen, bleek hij zich ergens anders in de kamer te vinden. Beetje spooky, totdat we ons realiseerden dat er dus nog een beestje moest inzitten. Alle andere schelpen werden daarop zorgvuldig gewassen en in slagorde opgesteld. Redenering: alle schelpen die zich bij terugkomst in de bungalow ergens anders bevinden, worden terug naar het strand gebracht. Een vijftal schelpdieren zijn zo aan een wisse dood ontsnapt...



En toen moesten we helaas terug naar Kampala. De luchthaven op Zanzibar is ietwat bizar, aangezien de incheckbalie gewoon buiten is, en je je bagage nadat je die hebt afgegeven om te wegen, zelf terug moet gaan zoeken om naar de band te brengen.



Dankjewel Miguel voor deze supervakantie! (En sorry voor al het plagen...)

1 comment:

  1. Groeten uit De Haan.
    http://blog.seniorennet.be/koivis/ and http://www.bloggen.be/yarnotte/

    ReplyDelete