"Nee." zeg ik.
"Is het dan moeilijk om Mozambikaanse vrienden te maken?" vraagt ze.
"Nee, niet echt." antwoord ik.
"Waarom heb je dan geen Mozambikaanse vrienden?" houdt ze vol.
Ik moet het antwoord schuldig blijven. Meer nog, ik heb het mezelf al wel vaker afgevraagd. Ik heb fijne collega's op het werk - ze zijn betrouwbaar, professioneel, bekommerd als er iets is, tof in de omgang. Ook de mensen van de gemeentebesturen waar ik mee samenwerk, zie ik graag. Afgelopen week hadden we een training met een 20-tal deelnemers, op lokatie, en dat was erg plezant, ook 's avonds. En toch, op de een of andere manier zijn mijn vrienden Duits, Nederlands, Portugees, Brits,... "Ik heb gewoon niet zo heel veel vrienden", antwoord ik de stagiaire uiteindelijk. Maar dat is, veronderstel ik, maar een deel van het antwoord.
De expat bubble wordt het fenomeen wel eens genoemd, waarin buitenlanders samenhokken en verder weinig contact hebben met de bevolking van het land. En hoewel dat laatste wegens mijn werksituatie niet het geval is, lijkt het samenhokken in mijn vrije tijd haast vanzelf te gaan. Andere excuses dan het geringe aantal vrienden zijn ook gemakkelijk te vinden - "Mijn financiële situatie is erg verschillend die van de gemiddelde Mozambikaan", "Ik weet nooit of hij nu geïnteresseerd is in mij of in mijn geld/status/enkel ticket naar Europa" en/of "Het is gemakkelijker aan jou uit te leggen want jij weet waarover ik praat",... Rechtvaardigt het dat dan? Ik weet het niet.
Integratie, het is niet gemakkelijk. En dan heb ik enkel te maken met positieve discriminatie (mensen behandelen me met meer respect omwille van mijn huidskleur, ze gaan rechtstaan zodat ik kan gaan zitten, ze willen graag met me trouwen, liefst zo snel mogelijk, etc.) - hoe moet dat zijn voor mensen die zich niet welkom voelen in het land waar ze wonen?
Een niet-gerelateerde foto om af te sluiten =)