Monday, January 25, 2010

Kidepo

Het onbekende noorden – waar je als toerist niet snel naartoe gaat. Het gebied is geruïneerd wegens de jarenlange oorlog van het Lord’s Resistance Army, Joseph Kony’s leger dat soldaten aanwerft door het ontvoeren van kinderen en talloze gruweldaden op haar geweten heeft. De terugkeer naar hun originele woonplaats verloopt slechts traag, velen leven nog in de IDP-camps (Internally Displaced People – binnenlandse vluchtelingenkampen). Het noordoosten is dan weer de thuisbasis van de Karamojong, een nomadisch volk van veehouders dat in voortdurende vijandschap met omliggende volkeren leeft.

(Deel van) een IDP-camp


Grote waarschuwingsborden overal langs de weg in het noorden - "Sta niet op of raak geen onbekend voorwerp aan" 

We hadden dan ook lang getwijfeld, zelfs na de boeking bijna terug geannuleerd. We hadden ook genoeg angstaanjagende verhalen gehoord: dat je zeker niet klem zou willen rijden daar in de middle of nowhere; dat je maar best een gewapende escorte bij je kon hebben; dat je het in het regenseizoen maar beter niet waagde; dat de kampplaats ook de favoriete woonplaats van een troep leeuwen was. Maar: verschillende bronnen beaamden ook dat het het mooiste park van Oeganda was: Kidepo, in het noorden van Oeganda, op de grens met Kenia en Soedan.

Vier (!) olifanten

Het begon prima: met een bezoekje van Sinterklaas – een jarenlange traditie die ook in Oeganda in ere werd gehouden.


En Jack, onze chauffeur en reisleider, was een supertoffe gast, die mama en papa al snel óók mama en papa noemde. Hoewel hij nog nooit naar Kidepo was geweest, was hij vol vertrouwen dat alles goed zou lopen.


Helaas, in Kitgum liep het mis: onze papa werd serieus ziek. Al onze vorige twijfels kwamen terug: zouden we er wel geraken? Als het erger werd, zouden we dan hulp kunnen vinden voor papa? Misschien konden we maar beter teruggaan. Alleen – een hele dag in de auto om de dag erna terug te keren, niemand die daar echt zin in had. Dr. Stockley bracht raad: reizigersdiarree, niets om je zorgen over te maken. Wat antibiotica en je bent er zo weer bovenop. Aangezien papa zich erg dapper voordeed, besloten we dus om toch verder te trekken. En hoewel papa op de verdere heenweg waarschijnlijk niet al te veel genoten heeft, keken mama en ik onze ogen uit.



Gelukkig, na een namiddag platte rust, was papa de volgende dag weer helemaal de oude. Mama, Jack en ik brachten de namiddag relaxed door aan het UWA rest camp. Geen slechte plaats, aangezien we bij aankomst al getrakteerd werden op een olifant die door het mini-dorpje heenwandelde.


De lokale kinderen (kinderen van de rangers die er werken) houden er wel van om de olifant wat op te jagen

Aan de rand van het rest camp was er ook een poel, waar de dieren komen drinken. Zo hadden we aan het einde van de eerste dag dus al een heleboel wildlife gespot, zonder zelfs maar van onze stoel te komen.

Buffels, waterbokken en jakhalzen aan de poel

Zebra's aan de banda's (onze logies)

’s Nachts, bij het kampvuur, werden we omgeven door schaduwen. De jackals, jakhalzen, op zoek naar etensresten, leken niet bepaald bang van mens noch vuur.


Bij het ochtendgloren trokken we erop uit om de dierenbevolking te bewonderen: olifanten, buffalos, antilopes, giraffen, zebras, waterbokken, aapjes, leeuwen, jakhalzen, wrattenzwijnen, impala, ... Maar de pracht van Kidepo gaat verder: het is een magnifieke locatie, langs alle kanten ingesloten door steile heuvels/bergen.









Het noordelijke gedeelte van het park is erg verschillend van het zuidelijke. Het is er veel droger, en er zijn amper beesten te bespeuren. Zelfs achter de struisvogel, een van de redenen van ons bezoek aan dit deel, was het zoeken.


Ook kregen we een zalige slaapplaats aangeboden aan de hot springs, waar we ook magma uit het water visten.



En we wandelden in de droge rivierbedding van de Kidepo, omgeven door palmboombossen en gigantische termietenconstructies.



Faustino, onze ranger, had ons erg enthousiast verteld over de giraffe die pas een week ervoor gestorven was. Ze hadden hem gevild en nu kon je zijn huid in het museum bewonderen. Het “museum” was een grote metalen hut, die volgestouwd was met halfvergane schedels, een zebrahuid en de giraffehuid in kwestie. De geur was op zijn zachtst gezegd frappant. Bij nader onderzoek (waar waren zijn vlekken?) bleek dat de giraffe nog binnenstebuiten lag – hij was nog aan het drogen. *yakkie*


Le moment suprême: kamperen “tussen de leeuwen” - die we daar helaas/gelukkig (schrappen wat niet van toepassing is) niet zijn tegengekomen.


Van de camping wandelden we naar een heuse lion king rots, vanwaar we een prachtig uitzicht hadden.




En de volgende dag stonden we samen met de zon op - tijd om naar huis te gaan!




Het was een fantastische ervaring. Dankjewel mama & papa - en Jack!


2 comments: