“Vlaming gemiddeld 27 minuten en 30 seconden zonder stroom” – een krantenkop uit De Standaard van 10 september 2009. Het ging hierin over een jaargemiddelde over heel 2008. Ondergetekende Vlaming in Kampala daarentegen heeft (naar ruwe schattingen) gemiddeld 27,5 minuut per dag geen electriciteit.
In Kampala zijn stroomonderbrekingen immers orde van de dag. Op mijn werk, in het business-district van Kampala, zijn ze minder frequent, maar toch vaak genoeg om mijn collega’s een keer goed te doen vloeken. Zolang het niet te lang duurt, ondervindt mijn laptop er weinig hinder van. Maar degenen die op een pc werken, zijn er helaas aan voor de moeite. Alles wat niet was opgeslagen, is verloren. Gelukkig hebben we recent enkele batterijen aangekocht die de computer aangeschakeld houden gedurende de stroomonderbreking. Echter enkel de unit, niet het scherm, dus werken zit er niet in.
Thuis gebeuren de onderbrekingen regelmatiger. Naast de gebruikelijke onderbrekingen vanwege defecten, is er ook de zogenaamde ‘load shedding’. Er is namelijk niet genoeg electriciteit voor iedereen, dus wordt electriciteit in delen van de stad/het land op voorafgemelde tijdstippen afgesloten. En, zo is me verteld, omdat er niet genoeg ministers of andere belangrijke mensen van de juiste politieke partijen op onze heuvel wonen, wordt ook Makindye/Kizungu regelmatig afgesneden.
En dus hebben de meeste welgestelde mensen zich maar een generator of inverter aangeschaft. Een generator werkt op brandstof, is duur en produceert een hoogst onaangenaam geluid, waardoor ik er een grondige afkeer voor heb ontwikkeld. Een inverter daarentegen is een batterij, dus geluidloos. Maar, zoals alle batterijen, gaat gemakkelijk plat. Wij hebben zo een exemplaar, dat in betere tijden het huis van licht en in beperkte mate van electriciteit voorzag. Beperkte mate, want energieverspillers als de frigo, de diepvries, of de waterkoker waren niet op de inverter aangesloten – dat zou de inverter al te snel doen leeggaan. En in betere tijden, want vandaag de dag helaas niet meer het geval – ik denk niet dat we het langer dan 5 minuten volhouden op onze batterij.
En dus hebben we allemaal onze voorzorgsmaatregelen genomen – iedereen weet waar de kaarsen liggen, de meesten onder ons hebben wel een pillamp (of opwindbare lamp) binnen handbereik. Mijn recent aangeschafte telefoon heeft een ingebouwde toorts – duidelijk aangepast aan Afrika dus. Claire heeft een opwindbare radio waarmee ze naar de BBC luistert. We hebben er geen probleem mee om in het donker door het huis te dwalen. We koken op gas. We houden ons vlees niet onnodig lang in de diepvries, en passen ervoor op om niet te veel etenswaren die snel bederven te kopen. In noodgevallen kunnen we bij de buren mét generator of betere batterij terecht voor de meest dringende dingen (telefoon opladen, vlees koel houden, warme douche nemen).
Naast de black-outs (volledige stroomonderbrekingen), zijn er ook de brown-outs, waarbij er weliswaar electriciteit is, maar slechts aan lage spanning. De waterkoker bijvoorbeeld, als ie al meewerkt, doet er minstens driedubbel zo lang over om water te laten koken. Televisie of radio werken niet. En lichten schijnen maar een klein beetje.
Maar al bij al ben ik aangenaam verrast dat ik thuis eigenlijk niet echt electriciteit nodig heb. Gsm opladen? Op het werk. Water koken? Op het gasvuur. Lezen? Bij kaarslicht. Warme douche? Mmmmh... Deze is niet zo gemakkelijk. Koude douche indien ik echt te vuil ben – anders nog een dagje proberen uit te houden. En: aangezien er geen televisie is, zijn we wel verplicht om met elkaar te praten ;)
Liesbeth al kokend bij kaarslicht
No comments:
Post a Comment