Wednesday, May 6, 2009

Een Paasweekend in Kenia

Na Aswoensdag in Zanzibar, trok ik er deze keer op uit naar Kenia, voor het lange Paasweekend, waarbij in Oeganda ook Goede Vrijdag vrijaf is. Niet dat het allemaal erg gepland was, ik vroeg op donderdag aan Zulaika, de Trainee van het project, of ze zin had om mee naar Kenia te gaan de volgende dag, en ze stemde vol enthousiasme toe. Dus vonden we onszelf diezelfde avond - na een stressvolle namiddag via Immigration om mijn paspoort (die op een nieuwe work permit wachtte gezien de vorige verlopen was) terug te traceren – aan het busstation voor bussen naar Kenia, zonder echt een idee waar we juist naartoe zouden gaan. We kozen uiteindelijk voor Eldoret, omdat het zo mooi klonk...



Vrijdagnamiddag zaten we dan samen op de bus, om ’s avonds laat in Eldoret aan te komen. De volgende dag trokken we op ontdekkingstocht door Eldoret. Niemand scheen ons echter te geloven dat we Eldoret wilden verkennen, iedereen bleef ons maar vragen of we misschien naar Nairobi wilden, of naar Nakuru, of naar Kisumu, of ergens anders? Als ik vroeg wat er te zien was in Eldoret, keken ze ons vol ongeloof aan. Wat later werden we serieus lastiggevallen door lijmsnuivende jongetjes, en toen was de fun er een beetje af. Dus besloten we om dan inderdaad maar door te reizen naar Nakuru.


Er kan altijd nog wel wat bij...



Een van de jongetjes die ons lastigvielen. Hier ziet hij er nog een engeltje uit...



Onderweg naar Nakuru, in een taxibusje als dit. Ook wij gaven Kenia een 2e kans :)


Enkele indrukken: waar in Oeganda alles groen groen groen met rode aarde is, primeren in Kenia de bruine tinten. Het is heel wat droger, maar ook de aarde is geel/bruiner, wat het geheel een heel andere indruk geeft. En in plaats van de geverfde stenen huisjes of de roodachtige hutjes, vind je in Kenia veel houten constructies. Ze houden er ook erg van om hun eigen terrein af te bakenen met houten afrasteringen.








Zelfs op de weg kom je overal hout tegen



Ook op de fiets kan er altijd nog wel wat bij



Zulaika en ik


Nakuru is de “hoofdstad van de Rift Valley”. De Rift Valley is in feite deel van het oostafrikaanse rift stelsel, een breuklijn die zich uitstrekt over meer dan 6000km van aan de Dode Zee in het noorden tot Mozambique in het zuiden. Nakuru zelf is Kenia’s 4e grootste stad (toch volgens de Lonely Planet East Africa van 2003) met ongeveer 80,000 inwoners.




Zelfs al verbleven we niet in het hotel van hierboven, het uitzicht vanop onze penthouse kamer was anders ook niet min.



Ook in Kenia houden ze van Kaka (cfr. deze post)


En zo werd het zondag... We werden al vroeg wakker van de oproep van de muezzin vanuit de moskee (maar vielen terug in slaap), waarna we een paar uurtjes later opnieuw uit onze slaap werden gehaald door de gezangen die uit de kerk kwamen. Hoe luider, hoe beter, dat motto geldt duidelijk niet alleen voor Oeganda.

Ikzelf bracht Pasen door in het gezelschap van een moslima (Zulaika), een boeddhist (Sam, die in hetzelfde hotel als ons verbleef) en toch nog een christen (Ken, de contactpersoon die zo vriendelijk was om ons rond te leiden). Eén enkel eitje (maar goed dat ik erop had aangedrongen ’s ochtends), dat helaas niet verstopt was. In Kenia, waar een groot deel van de bevolking anders wel christelijk is, lijkt het leven, net als op elke andere zondag, gewoon door te gaan.







De grootste attractie van Nakuru is Lake Nakuru National Park, maar omdat we dat vanop ons terras konden zien (en ook wel omdat het een beetje duur was) besloten we om in de plaats de Merengai krater te bezichtigen. Het is een enorme uitgedoofde vulkaankrater vanwaar je ook nog een prachtig zicht hebt op Lake Nakuru en de Rift Valley.






Op zo’n 6500 km van jullie...



Het zoute water van Lake Nakuru



Tijd om naar huis te gaan...



Een trein! In Oeganda een zéér zeldzaam zicht, dus werden we in de bus allemaal een beetje overenthousiast toen we deze trein passeerden...


Dankjewel Zulaika voor deze fijne vakantie!

No comments:

Post a Comment